Het kind heeft bij het doorwerken van de vier rouwtaken behoefte aan: informatie, betrokkenheid, bescherming, veiligheid en herinneringen en vertrouwen, openheid, contact. Vaak is dit moeilijk te krijgen omdat de overgebleven ouder in beslag wordt genomen door de eigen gevoelens, het kan dan lastig zijn open te staan voor de gevoelens van het kind (hoe graag een ouder dit ook wil!). Soms vinden ouders het pijnlijk om te praten over degene die is gestorven. Waarschijnlijk worden er nu taken van de ouder(s) verwacht die ze nooit eerder hebben gedaan, 
en dat betekent extra werk en verantwoordelijkheden.

Hoe kunnen wij de kinderen ondersteunen c.q. begeleiden?

  • Luister met je hart, daarmee bedoelen we dat je niet direct klaar hoeft te staan met een oplossing. Door het kind te horen en te bevestigen in wat hij voelt, help je het kind meer dan voldoende.
  • Creëer betrokkenheid: laat het kind mooie kleren van oma uitzoeken, iets zeggen tijdens de uitvaart of helpen met hoe de kist eruit komt te zien
  • Laat je eigen emoties zien: dat is echt niet erg. Het kind leert daarvan. Het leert dat je dus emoties kan en mag hebben en dat dit ook weer over gaat. Kinderen willen graag helpen als je verdrietig bent, laat het kind dan op een kind-vriendelijke manier helpen, bijvoorbeeld een glaasje water voor je inschenken. En benadruk naar het kind dat het kind jou niet verdrietig maakt of heeft gemaakt, maar dat je verdrietig bent omdat die persoon is doodgegaan.
  • Herhaal de boodschap: zeker in het begin is het belangrijk dat je meerdere keren uitlegt wat er is gebeurd. Aan de ene kant geeft dat het kind houvast. Het verhaal verandert niet. Aan de andere kant kan het kind niet zijn eigen waarheid ervan maken in zijn hoofd en als het kind eventueel niet alles heeft gehoord, hoort het bij herhaling weer andere dingen.
  • Check of de boodschap is begrepen: vraag het kind je terug te vertellen wat je hebt gezegd
  • Creëer een veilige omgeving: kinderen hebben veiligheid nodig om te rouwen: dat betekent dat de huiselijke situatie zo veilig mogelijk moet zijn. We zien vaak dat kinderen pas gaan rouwen als ze het gevoel hebben dat de ouder het weer ‘aankan’. Dat de ouder sterk genoeg is om het kind op te vangen. Dit kan dus betekenen dat het wel eens een paar maanden kan duren voordat het kind gaat rouwen.
  • Geef eerlijke, ware en concrete informatie (geen halve waarheden: mama slaapt, papa is op een hele lange reis waarvan hij niet meer terugkomt.
  • Geef eerlijk antwoord op vragen: soms kan dit confronterend zijn. Aangepast aan de leeftijd kun je wel eerlijk zijn en hoe ouder het kind, hoe meer ‘details’ je kunt geven. Maar zeker de vraag die het kind stelt, moet beantwoord worden. Het antwoord “ik weet het niet” is ook een antwoord.
  • Geef feiten zo concreet mogelijk weer: doe hier niet heel omfloerst over, maar vertel hoe het is. Bijvoorbeeld zeg niet: “ja, toen kwam er een vrachtwagen om de hoek en tja, toen gebeurde het. En de dokter zei later in het ziekenhuis: we konden niets meer voor uw man doen”. Maar zeg ”Ja, toen kwam er een vrachtwagen en die kon niet meer stoppen en toen is hij tegen papa aangereden, papa viel toen en is naar het ziekenhuis gebracht. Daar zei de dokter dat papa dood was”.
  • Hou een open communicatie: als je open bent, zul je merken dat je kind ook makkelijker open kan zijn. “Goed voorbeeld doet goed volgen”
  • Geef gelegenheid om afscheid kunnen nemen: laat het kind de overledene zien, neem het kind mee naar de begrafenis. Maar ook voor het overlijden: zeg eerlijk dat oma dood zal gaan en dat het kind afscheid moet nemen van oma.
  • Besef ook dat het kind er af en toe “even niet” aan wil denken
  • Geef ruimte en veiligheid voor het uiten van gevoelens: accepteer het kind met zijn gevoelens, dan voelt het kind dat die gevoelens er mogen zijn. Laat het kind merken dat het heel normaal is dat je huilt, boos bent, of bang. Geef voorbeelden van anderen die dit ook kunnen hebben, dat maakt het voor kinderen makkelijker om te zeggen dat zij dat ook hebben.
  • Betrek het kind bij de begrafenis, evt. met extra begeleiding
  • Lees boeken met het kind: boeken over de dood, maar ook ervaringsverhalen
  • Houd geen informatie achter: het kind weet misschien meer dan wij denken en door informatie achter te houden maken we het kind onzeker
  • Ga met het kind knutselen of tekenen, of creëer op school een stille hoek. Ontdek rituelen die helpen om houvast te vinden, maak een fotoboek van/over de overledene, praat met het kind over herinneringen
  • Kinderen kunnen moeite krijgen met zich te concentreren. Dit uit zich vooral op school. Licht de school in over de situatie thuis, zodat de leerkracht kan begrijpen waarom het kind er niet altijd bij is.


Voor een overzicht van boeken over kinderen in rouw door de dood of ziekte, verwijzen wij naar de site van Carine Kappeyne van de Coppello in Haarlem: http://www.praktijkvoorverlieshaarlem.nl/boeken